Houtblokken die al na een paar minuten uit elkaar vallen en meteen opbranden: het overkomt iedereen weleens. U verwacht een langzaam brandend blok, maar binnen de kortste keren ligt de haard vol losse stukken hout die heel snel opbranden. Dit is geen reden tot paniek. Dat houtblokken uit elkaar vallen heeft alles te maken met het soort hout.
Zachthout, zoals populier of spar, is lichter van structuur en verbrandt sneller. Bij verhitting droogt het snel uit, waardoor het sneller uit elkaar valt. Hardhout, zoals beuk of eik, is veel compacter. Dit hout houdt zijn vorm langer vast, brandt gelijkmatiger en levert een stabielere warmte. Het soort houtblok dat u kiest, bepaalt dus hoe rustig en langdurig uw vuur brandt.
Wat gebeurt er in het brandproces van haardhout?
Een goed brandend vuur bouwt zich op in drie fases, die elkaar logisch opvolgen. Eerst is er de opstartfase: het moment waarop u het vuur aanmaakt met aanmaakhout of aanmaakblokjes. In deze fase gaat het vooral om warmte opbouwen en voldoende luchtstroming creëren. Het hout ontbrandt nog niet volledig en er komt vaak wat rook vrij, dat is normaal.
Zodra het vuur goed brandt, begint de fase van volledige verbranding. De temperatuur is hoog, de vlammen zijn helder en er komt nauwelijks rook vrij. Dit is het moment waarop uw houtblokken het meeste rendement geven: ze branden schoon, stabiel en met veel warmte.
Een goed vuur eindigt in de gloeifase. De vlammen doven langzaam uit, maar de gloeiende houtresten geven nog lang warmte af. Dit is ideaal als u het vuur rustig wilt laten uitdoven of alleen nog wat kleinere blokken wilt bijleggen. Als u op de juiste manier stookt en de juiste houtblokken gebruikt, verlopen de fases vanzelf en stookt u comfortabel én verantwoord.
Waarom droogtegraad en opslag cruciaal zijn
Houtblokken met een laag vochtgehalte ontbranden snel en zonder roet- en rookvorming. Droge houtblokken zijn echter ook brozer. Tijdens het drogen ontstaan er haarscheurtjes in het hout. Dat gebeurt vooral bij zachthout. Zorg er daarom voor dat u het hout droog opslaat, maar het hout mag ook niet te snel drogen. Maak daarom een houtstapel buiten, onder een afdak.
Zodra de houtblokken aangestoken zijn en het hout meer en meer uitdroogt, valt het nog sneller uit elkaar. Dat is niet erg, maar wel iets om rekening mee te houden. Wilt u dat hout niet uit elkaar valt en lang gloeit? Kies dan voor goed gedroogd hardhout van Golden Flame, met een vochtgehalte onder de 20%.
Binnendoor gezaagd of gespleten hout: maakt dat uit?
De manier waarop hout gezaagd of gekloofd is, beïnvloedt zeker hoe het brandt. Gespleten hout, waarbij de nerven openliggen, brandt doorgaans sneller, omdat er meer zuurstof bij de houtvezels kan komen.
Deze open structuur helpt het vuur om zich gelijkmatig te verspreiden, wat zorgt voor een stabielere verbranding. Binnendoor gezaagd hout, dat een glad, dicht oppervlak heeft, verbrandt juist iets trager. Dat komt doordat het minder makkelijk zuurstof doorlaat, waardoor het vuur zich langzamer ontwikkelt.
Dit soort hout is de juiste keuze als u wilt dat uw vuur langer blijft gloeien. Gespleten hout is ideaal om een vuur snel op gang te brengen, terwijl gezaagd hout het vuur juist mooi stabiel houdt. Een combinatie van beide werkt daarom vaak het best.
Vers gezaagd hout versus luchtgedroogd hout
Vers gezaagd, nog ongedroogd hout bevat nog veel vocht uit de boom. Het vochtgehalte loopt soms op tot wel 50%. De helft van het gewicht van het hout is dan vocht. Zodra dit hout begint te drogen, krimpen de vezels van buiten naar binnen. De buitenkant droogt sneller dan de kern, waardoor het hout soms makkelijk aan te steken is, maar uiteindelijk niet zo goed brandt.
Door dat verschil in krimp ontstaat er spanning in het hout. Als die spanning te groot wordt, barst het hout open en valt het uit elkaar, wat gevaarlijk kan zijn. Dit gebeurt vooral bij grotere stammen of blokken hout, omdat het droogproces daar ongelijkmatiger verloopt. Het is dus belangrijk dat u altijd goed gedroogd hout gebruikt. Barsten in hout zijn een normaal onderdeel van het drogen. Ze laten zien dat het vocht langzaam verdwijnt.
Hout met veel hars of hout met luchtkanalen: wat breekt sneller?
De structuur van het hout dat u gebruikt, bepaalt in grote mate hoe stabiel het brandt. Hout met veel hars, zoals dennen- of sparrenhout, brandt snel en fel. De hars zorgt voor snelle ontbranding, maar ook voor veel knetterende geluiden, vonken en soms zelfs kleine steekvlammen. Dit type hout is daardoor minder stabiel tijdens het stoken en veroorzaakt een onrustig vuur en soms zelfs een gevaarlijke situatie.
Hout met veel luchtkanalen, zoals beukenhout of essenhout, heeft een meer open en regelmatige structuur. Dit hout bevat weinig hars en brandt daardoor rustiger en gelijkmatiger. Het vuur blijft stabiel, produceert minder rook en geeft een langdurige warmte af. Harsrijk hout is handig om een vuur snel aan te krijgen, maar luchtiger hout is beter voor stabiel en gecontroleerd stoken.
Wat betekent het als hout uit elkaar valt in de kachel?
Hout dat tijdens het branden in kleinere stukken uiteenvalt, brandt niet ideaal. Dat gebeurt vaak bij droog, broos hout. De losse houtblokken zorgen voor snellere verbranding, maar geven soms ook problemen. Ze blokkeren de luchttoevoer soms en veroorzaken een onrustig vuur. Houtblokken kunnen soms zelfs naar buiten rollen in een open haard of vuurkorf. Dit vergroot het risico op rookvorming, roetvorming of brandgevaar.
Kies voor stabiele houtblokken en bouw het vuur rustig op. Het blijft dan veilig en gecontroleerd branden.
Hoe kies je stabiele houtblokken voor een gelijkmatige verbranding?
Wilt u hout dat gelijkmatig brandt en niet zomaar uit elkaar valt? Let bij de aankoop van hout dan op de houtsoort, het gewicht en de droogtegraad. Hardhoutsoorten zoals eik, beuk of es zijn compact en stevig, en blijven intact tijdens het stoken. Kies bij voorkeur hout met een vochtgehalte onder de 20%. Dat brandt rustig en met weinig rook. Daarom verkopen wij alleen hout met een laag vochtpercentage.
Bij het opslaan van het hout is ventilatie belangrijk. Leg het hout bij voorkeur buiten op een droge plek, uit de regen en bij voorkeur op een pallet of rek, zodat het van de grond af ligt. Stapel de houtblokken losjes, met ruimte tussen de blokken, zodat het hout goed kan ademen. Dit geldt tijdens de opslag, maar ook tijdens het maken van vuur.
Een goede methode hiervoor is de Zwitserse methode. Met de Zwitserse stookmethode steekt u het vuur van bovenaf aan. Hierdoor brandt het hout geleidelijk met minder rook, wat er voor zorgt dat het hout rustiger brandt. Deze methode is ideaal voor wie rustig en schoon wil stoken.Bekijk het aanbod van gedroogd, kwalitatief haardhout in onze webshop en kies voor veilig en gelijkmatig stoken. Heeft u nog vragen? Neem contact met ons op.
- Barbecueën met haardhout: kan dat en wat is het verschil met houtskool? - 30 juni 2025
- Haardhout meenemen op vakantie - 27 juni 2025
- Waarom sommige houtblokken sneller uit elkaar vallen bij het branden - 3 maart 2025